In 1796 horen wij herhaaldelijk van geldzendingen door de
firma Osy naar de Oostzee en Hamburg om rogge in te kopen,
waarbij bedragen van 40 millioen francs en 16.000 gulden worden
genoemd **). Wellicht hebben deze zendingen geheel of gedeeltelijk als dekmantel gediend om gelden aan Cornells Boudewijn
Osy over te maken. Over de eerste tien jaren van diens verblijf
te Hamburg ontbreken de nodige gegevens. Wel wordt hij genoemd in het testament van zijn tante Maria Theresia Osy, 5 Juli
1799 voor de Rotterdamse notaris J. Nozeman verleden, waar
hij - met souvereine minachting voor de afschaffing van de
heerlijke rechten in 1795 - wordt aangeduid als Cornelis Baldewinus Osy, heer van Zegwaard en Palenstein, woonachtig te
Hamburg "), maar over zijn doen en laten aldaar beginnen eerst
in 1807 de berichten te vloeien. Niet zonder verbazing lezen we
dan in een brief van de Bataafse zaakgelastigde bij de Hanzesteden, dat de oorlogsschatting, door middel waarvan de stad
Hamburg de Engelse koopwaren heeft teruggekocht, die de
Fransen bij de bezetting van de stad in beslag hadden genomen,
is afgedragen aan M. Osy, Ook horen we, dat de Franse bezetters vaak bij Osy
te gast zijn *•). Nu Frankrijk inmiddels een keizerrijk is geworden,
schijnt Osy van houding te zijn veranderd. De Osy's zijn immers
gewoon met keizers te onderhandelen. En heeft de bezetting van
Hamburg en de afkondiging van het continentale stelsel hem niet
leren inzien, dat hij Napoleon toch niet kan ontlopen?
Wie mocht denken, dat onze millionnair een trouw ogendienaar van de Franse geweldenaar is, vergist zich echter lelijk. De
Franse geheime politie, die overal haar draden spant, weet de
Keizer te melden, dat de graaf van Rijssel (de latere Lodewijk
XVIII) en zijn gemalin ieder jaarlijks 100.000 francs van de
Spaanse regering ontvangen en dat deze gelden aan het huis Osy
te Hamburg worden overgemaakt. Genoemde bedragen dienen
gedeeltelijk tot uitkering van jaargelden aan verschillende emigre's;
in 1806 heeft het huis Osy de uitbetaling een tijdlang gestaakt,
167
ongetwijfeld op last van zijn committenten "). Merkwaardig genoeg, vindt de Keizer het niet nodig om in te grijpen. Blijkbaar
wil hij de haute finance te vrind houden. Osy van zijn kant voelt
zich blijkbaar zo zeker, dat hij 's keizers broeder, de tot Koning
van Westfalen gebombardeerde Jerome, een lening durft te weigeren **). Met gespannen aandacht de meteoorachtige ontwikkeling van het keizerrijk volgend, acht hij in 1811 het ogenblik gekomen zijn zaken te Hamburg te liquideren en zijn woonplaats
naar Brussel te verleggen. Voorzag hij de ondergang van Napoleon's gelukster? Of oordeelde hij het nuttig, met het oog op de
toekomst van zijn zoons, de banden met de Rotterdamse firma
weer wat nauwer aan te halen?
Als hij te Brussel in de Hertogstraat een onderdak heeft gevonden, gaat hij naar Holland, dat nu ook onder het juk van de
adelaar zucht. Op 12 Juli 1811 verleent hij voor de Rotterdamse
notaris Valeton zijn te Hamburg achtergebleven oudste zoon
Jean volmacht om zijn zaken daar af te wikkelen en zijn huizen,
pakhuizen, meubels en hypotheken te gelde te maken. Zijn tweede
zoon Patrick heeft hij intussen als koopmansleerling op het kantoor van de Rotterdamse firma Osy geplaatst 3*).
Ondanks de inlijving schijnt het de firma niet bepaald slecht
te gaan, vooral nadat de Keizer heeft goedgevonden licenties
voor het varen met Franse schepen onder neutrale vlag uit te
reiken. Om deze te kunnen bemachtigen moet men te Parijs over
goede kruiwagens beschikken en de oude Osy, die zo zoetjes aan
zestig wordt, schijnt daar wel raad op te weten. Andere Rotterdamse handelskantoren waren niet zo fortuinlijk. Als in Januari
1812 bekend wordt, dat een door de firma Osy bevrachte brik
te Hellevoetsluis is aangekomen en dat men reeds aan het lossen
is, klinkt de verzuchting: „Het schijnt dus, dat die vrienden er
achter zijn om prompt geholpen te worden!" ")
Nog slechts twee jaar en dan is de ondergang van het Keizerrijk
bezegeld. Op 1 Februari 1814 rukken de geallieerde troepen Brussel binnen en Osy behoeft zich maar aan te bieden om door de
Commissarissen-Generaal van de Verbonden Mogendheden met
open armen te worden ontvangen. Men zit om financiƫle experts
verlegen; in een wip is hij ontvanger-generaal van Belgiƫ **). Als
de bange nachtmerrie van de Honderd Dagen voorbij is en het
Verenigd Koninkrijk de voorlopige bestuursinrichting overbodig .
The whole story can be found here .
No comments:
Post a Comment