Monday 25 February 2019

Vlieland in stamps




Vlieland has its own stamps !!!
The Dutch post issued these stamps just now..
You can find the lighthouse on the stamps,a bone from a whale,the old rescue house and also the  crest of Vlieland .
In the left corner you can find the date of 1736 when the west part of the island was drowned and only the East side survived 
In the middle you find one of the oldest words in the Dutch language.
Glop which means a very narrow lane.
The colours of Vlieland are green of the lyme grass and white of the sand.
You can buy them  online 
Waddeneilanden: Vlieland (5 postzegels voor €4,35) voor het versturen van een brief of kaart binnen Nederland. Het ontwerp van de postzegelvel over het waddeneiland Vlieland is gemaakt op basis van de bekende indeling en de perforatie van de serie Mooi Nederland. Het postzegelvel bevat vijf gelijke postzegels met de waardeaanduiding 1 voor bestemmingen binnen Nederland.

Op de postzegel Mooi Nederland 2019: Vlieland staat de vuurtoren afgebeeld in een geelgroene tint. Daaromheen staan een replica van een walviskaak, het reddingshuisje op de Vliehors en een huis met blauwe houten topgevel aan de Dorpsstraat. Het gehele postzegelvel toont nog meer markante Vlielandse plekken en objecten, rondom een landschapsfoto die de vorm heeft van het eiland. Carla Birza: “We moesten de eilandkaart van Vlieland iets kantelen omdat die anders niet op het postzegelvel zou passen. De windroos geeft aan hoe het eiland eigenlijk op de kaart staat.”

Wednesday 20 February 2019

Hendrik et un baril ceruse & un baril colle



This time the text is in French.


Je Hendrik Vlieland
Maitre aprés Dieu,du Navire nommé de Jonge Elizabeth
écout present à Rotterdam
pour du premier temps,qu'il plairs à Dieu d'envoyer à droite route à Rouen.
Reconnois & consesse,avoir receu &  chargé dans la bord de mon dit Navire,Sous le franc tillac díceluy ,de vous Mrs Francois Blondel & Fils .
Un baril Ceruse & un baril Colle
Le tout     & bien conditioné ,& marque  mise en marge ,lefquelles Marchandises je promets ,&móblige  deporter & conduire dans mon Navire , Sans le périls & risques de la 
Mer au dit lieu de Rouen
& la les delivrer ã M Eudelinne le jeune neyt en Rouen
et me payant pour mon Fret le somme de quine livres de solles tournes quine 
er quinze p% payable en espace 
avec les avaries selons les uzes et constumes de la Mer
Et pour se tenir et accomplir je m'oblige corps en bien avec mon dit Navire, Fret et appareux d'íceluy de témoingage de verité,j'ai Signé
4 connoisements d'une meme teneur, donc l'un étant accompli,les autres seron de nulles valeur,dontfaira Rotterdam 10 Aout 1797
De inhoudt my onbekendt                                             H deses het merk gesteld door                                                                                                      Hendrik Vlieland 

Ik Hendrik Vlieland
Schipper naast God van mijn Schip genaamt de Jonge Elisabeth
thans gereed leggende voor Rotterdam.
om met den eersten goede wind (die God verleenen zal ) te zeylen naar Rouaan
daar myn regie ontladinge syn sal .oorkonde en bekenne dat ik ontvangen hebbe onder den overloop
van myn voorz,Schip van u de Heeren 

& te leveren aan  M Eudelinne de jonge  en Rouen
een vat ceruse en een vat lijm
en mij te betalen voor mijn vracht  de somme van vijftig livres de solles tournes quine 
er quinze p% betaalbaar ter plekke ,goet en welgeconditioneert , en gemerkt gelyk hier voorstaat ,Al het welke ik belove (zo God my met gemelde Schip behouden reys vergunne) te leveren tot Rouaan
voorsz aan Bodes of aan sijn factuur of gedeputeerden mits my betalende voor mijn vragt van dit voornoemde Goed

en al myn Goed, en mijn voorz Schip met al zyn toebehooren.In kennisse der Waarheyt ,zoo
hebbe ik vier Connossementen hier of onderteykent met mynen name , of door mijn Schryver van myself wege , die alle van eender inhoud ,waar van het eene voldaan synde ,de andere van geener waarden sullen wezen, in Rotterdam 10 augustus 1797
Inhoud onbekendt
          
                                                      H het merck is gesteld van Hendrik Vlieland


Ceruse of ceruis is een mengsel van loodwit en krijt of mergel. Het wordt soms ook Spaans wit genoemd.
Het schijnt dat het voornamelijk voor het gronden van panelen en doeken is gebruikt.
Ceruse en zuiver loodwit wordt niet door alle schrijvers gescheiden gehouden.
Met de term schelpwit of schulpwit wordt in de 17e- en 18e-eeuwse kunstliteratuur soms kennelijk 'zuiver' loodwit bedoeld, in tegenstelling tot het ceruse. Men kende echter ook een witte verfstof, uit dikke gemalen schelpen bereid (o.a. vermeld door Beurs: De Groote wereld in 't kleen geschildert, enz, 1692).

(It is a mixture of lead and chalk .It is also named Spanish white and used as the first layer of a painting.)

Monday 18 February 2019

een hondert veertig tonnen gezoutte visch



Ik Hendrik Vlieland
Schipper naast God van mijn Schip genaamt de Jonge Elisabeth
thans gereed leggende voor Rotterdam.
om met den eersten goede wind (die God verleenen zal ) te zeylen naar Rouaan
daar myn regie ontladinge syn sal .oorkonde en bekenne dat ik ontvangen hebbe onder den overloop
van myn voorz,Schip van u de Heeren Mannekes Beyers en Steur te Maassluis op order en voor rekening en risico van de heer Jan Diederich Roddenburg  inwoner 
mitsgaders koopman te Hamburg
 CH Eenhondert veertig Tonnen gezoutte visch
 goet en welgeconditioneert , en gemerkt gelyk hier voorstaat ,Al het welke ik belove (zo God my met gemelde Schip behouden reys vergunne) te leveren tot Rouaan
voorsz aan Bodes of aan sijn factuur of gedeputeerden mits my betalende voor mijn vragt van dit voornoemde Goed
Sevenhondert en dertig sevres  en vijftien carari betaalbaar in klinkende spetien
en de Averye na fusanti van de Zee.En om dit te voldoen der voorsz is ,zoo verbinde ik my zelven
en al myn Goed, en mijn voorz Schip met al zyn toebehooren.In kennisse der Waarheyt ,zoo
hebbe ik drie Connossementen hier of onderteykent met mynen name , of door mijn Schryver van myself wege , die alle van eender inhoud ,waar van het eene voldaan synde ,de andere van geener waarden sullen wezen, in Rotterdam 25 augustus 1797
Inhoud onbekend en vrij van bederf.
          
                                                      H het merck is gesteld van Hendrik Vlieland






Sunday 17 February 2019

cargo loodwit meekrap and campher



Ik Hendrik Vlieland
Schipper naast God van mijn Schip genaamt de Jonge Elisabeth
thans gereed leggende voor Rotterdam.
om met den eersten goede wind (die God verleenen zal ) te zeylen naar Rouaan 
daar myn regie ontladinge syn sal .oorkonde en bekenne dat ik ontvangen hebbe onder den overloop
van myn voorz,Schip van u de Heeren Jean Osy en zoon.
Drie potjes loodwit 
twee potjes Meekrappen            voor rekening van 
een potje campher                       de heer Oostenburger 
                                                    te Alhier 

droog goet en welgeconditioneert , en gemaakt gelyk hier voorstaat ,Al het welke ik be
love (zo God my met gemelde Schip behouden reys vergunne) te leveren tot Rouaan
voorsz aan Bodes
of aan sijn factuur of gedeputeerden mits my betalende voor mijn vragt van dit voornoemde Goed
Zeven en dertig zilvren  en
en de Averye na depusanti van de Zee.En om dit te voldoen der voorsz is ,zoo verbinde ik my zelven
en al myn Goed, en mijn voorz Schip met al zyn toebehooren.In kennisse der Waarheyt ,zoo
hebbe ik drie Connossementen hier of onderteykent met mynen name , of door mijn Schryver van myself wege , die alle van eender inhoud ,waar van het eene voldaan synde ,de andere van geener waarden sullen wezen, in Rotterdam 13 augustus 1797
Inhoud onbepaald .


Wednesday 13 February 2019

The cargo of the jonge Elisabeth master Hendrik Vlieland 1797




The crew and cargo were lost as we can read in the newspaper and Hendrik Vlieland had to report that for insurance reasons .
All the prizepapers are in the national archive in England  and we have them in copy.
Master Hendrik Vlieland had to declare what cargo he transported and also to whom he had to deliver.
The cargo list made in Rotterdam before the trip to Rouen and Havre La Grace.

list of goods of in the bomship" de jonge Elisabeth"(young Elisabeth) master Hendrik Vlieland
from here to Rouen en Havre in the months of August and September 1797.
Each item is also mentioned and signed for in another paper.

Havre

36 barrels fish
2500 carton en paper
                                                                     Rouen


10 barrels of white lead
4 barrels of red. and many more items.

You can read what he loaded on his ship and the value. We find in the list ,dry goods ,pepper,round cheeses, barrels with paint, tar, and fish ,the value and sender or receiver.
Track and trace 200 hundred years ago.

Today you buy in a webshop and have your goods delivered .In 1797 it was the same.


Tuesday 12 February 2019

Jean Osy

In 1796 horen wij herhaaldelijk van geldzendingen door de firma Osy naar de Oostzee en Hamburg om rogge in te kopen, waarbij bedragen van 40 millioen francs en 16.000 gulden worden genoemd **). Wellicht hebben deze zendingen geheel of gedeeltelijk als dekmantel gediend om gelden aan Cornells Boudewijn Osy over te maken. Over de eerste tien jaren van diens verblijf te Hamburg ontbreken de nodige gegevens. Wel wordt hij genoemd in het testament van zijn tante Maria Theresia Osy, 5 Juli 1799 voor de Rotterdamse notaris J. Nozeman verleden, waar hij - met souvereine minachting voor de afschaffing van de heerlijke rechten in 1795 - wordt aangeduid als Cornelis Baldewinus Osy, heer van Zegwaard en Palenstein, woonachtig te Hamburg "), maar over zijn doen en laten aldaar beginnen eerst in 1807 de berichten te vloeien. Niet zonder verbazing lezen we dan in een brief van de Bataafse zaakgelastigde bij de Hanzesteden, dat de oorlogsschatting, door middel waarvan de stad Hamburg de Engelse koopwaren heeft teruggekocht, die de Fransen bij de bezetting van de stad in beslag hadden genomen, is afgedragen aan M. Osy, Ook horen we, dat de Franse bezetters vaak bij Osy te gast zijn *•). Nu Frankrijk inmiddels een keizerrijk is geworden, schijnt Osy van houding te zijn veranderd. De Osy's zijn immers gewoon met keizers te onderhandelen. En heeft de bezetting van Hamburg en de afkondiging van het continentale stelsel hem niet leren inzien, dat hij Napoleon toch niet kan ontlopen? Wie mocht denken, dat onze millionnair een trouw ogendienaar van de Franse geweldenaar is, vergist zich echter lelijk. De Franse geheime politie, die overal haar draden spant, weet de Keizer te melden, dat de graaf van Rijssel (de latere Lodewijk XVIII) en zijn gemalin ieder jaarlijks 100.000 francs van de Spaanse regering ontvangen en dat deze gelden aan het huis Osy te Hamburg worden overgemaakt. Genoemde bedragen dienen gedeeltelijk tot uitkering van jaargelden aan verschillende emigre's; in 1806 heeft het huis Osy de uitbetaling een tijdlang gestaakt, 167 ongetwijfeld op last van zijn committenten "). Merkwaardig genoeg, vindt de Keizer het niet nodig om in te grijpen. Blijkbaar wil hij de haute finance te vrind houden. Osy van zijn kant voelt zich blijkbaar zo zeker, dat hij 's keizers broeder, de tot Koning van Westfalen gebombardeerde Jerome, een lening durft te weigeren **). Met gespannen aandacht de meteoorachtige ontwikkeling van het keizerrijk volgend, acht hij in 1811 het ogenblik gekomen zijn zaken te Hamburg te liquideren en zijn woonplaats naar Brussel te verleggen. Voorzag hij de ondergang van Napoleon's gelukster? Of oordeelde hij het nuttig, met het oog op de toekomst van zijn zoons, de banden met de Rotterdamse firma weer wat nauwer aan te halen? Als hij te Brussel in de Hertogstraat een onderdak heeft gevonden, gaat hij naar Holland, dat nu ook onder het juk van de adelaar zucht. Op 12 Juli 1811 verleent hij voor de Rotterdamse notaris Valeton zijn te Hamburg achtergebleven oudste zoon Jean volmacht om zijn zaken daar af te wikkelen en zijn huizen, pakhuizen, meubels en hypotheken te gelde te maken. Zijn tweede zoon Patrick heeft hij intussen als koopmansleerling op het kantoor van de Rotterdamse firma Osy geplaatst 3*). Ondanks de inlijving schijnt het de firma niet bepaald slecht te gaan, vooral nadat de Keizer heeft goedgevonden licenties voor het varen met Franse schepen onder neutrale vlag uit te reiken. Om deze te kunnen bemachtigen moet men te Parijs over goede kruiwagens beschikken en de oude Osy, die zo zoetjes aan zestig wordt, schijnt daar wel raad op te weten. Andere Rotterdamse handelskantoren waren niet zo fortuinlijk. Als in Januari 1812 bekend wordt, dat een door de firma Osy bevrachte brik te Hellevoetsluis is aangekomen en dat men reeds aan het lossen is, klinkt de verzuchting: „Het schijnt dus, dat die vrienden er achter zijn om prompt geholpen te worden!" ") Nog slechts twee jaar en dan is de ondergang van het Keizerrijk bezegeld. Op 1 Februari 1814 rukken de geallieerde troepen Brussel binnen en Osy behoeft zich maar aan te bieden om door de Commissarissen-Generaal van de Verbonden Mogendheden met open armen te worden ontvangen. Men zit om financiële experts verlegen; in een wip is hij ontvanger-generaal van België **). Als de bange nachtmerrie van de Honderd Dagen voorbij is en het Verenigd Koninkrijk de voorlopige bestuursinrichting overbodig .

The whole story can be found here .

Monday 11 February 2019

Hendrik Aldertszoon Vlieland taken as prize

Hendrik Aldertszoon Vlieland.
We found several bits and pieces over the years and this information  now comes finally together. Thanks to an article in the newspaper of 1797.






Schipper H. Vlieland van Rotterdam naar Haver de Grace , is dewyl hy door een Kaper gejaagd wierd te Boulogne binnengevlugt, doch is daar na door een andere kaper genomen en vervolgens totaal verongelukt.

Utrechtsche courant 29-01-1798

Master H.Vlieland from Rotterdam to Havre le Grace , is while he was hunted by a privateer,fled to Boulogne but was captured there by another privateer and totally foundered.

As soon as Hendrik was brought ashore in Dover ,he went to make a statement about the loss of his son who was on the ship with him and also the other two crewmembers., the whole crew was lost.

He was in 1797 with his ship "de jonge Elisabeth "on a journey from Rotterdam to Havre de Grace when he was captured by the a Kingsship "the Harpy" Master Henry Bazely, esquire.
He was brought to the Harpy  and because of the big waves, lost sight of his ship.
He was landed in Dover and went straight to Phineas Kennets to report what had happened.
Later he learned that parts of his ship where beached in Noordwijk and the parts were recognised by him as well as by Maarten Kruijt mayor of Noordwijk and by Jan de Booy blacksmith.
The crew however was lost and never heard of since .His son Aldert(18)among them.

The wifes and mothers of the lost crewmembers made a declaration in Noordwijk about the loss of the "jonge Elisabeth".To claim benefit  from the loss of the lives of their son or husbands.


On February 6, 1798, for us, Sr. Gerhardus Adrianus

Entink secretary for the citizens Jan Hoekman and Albert van

Noord, aldermen of  Noordwijk, Langeveld and Offem; 
Hendrik Vlieland, at home  at Grefzeyl in Prussia, but on this passing of this document here present, our secretary and aldermen known in quality as skipper on the bomship the Young Elisabeth,  which ship in Rotterdam was loaded with salty fish, cheese and other kinds of
merchantsgoods  on  route from there to Havre de Grace ,was taken by an English Kingship called (as he had been informed in person)  Harpy, under command of Henry Bazely, esquire.
Which declared for the benefit of all those, who are not here and present
to serve here and when this will be necessary, where and truthfully to denounce that after that his comparantees said ship and cargo in the month of November of the year 1797 in the above-mentioned manner of this city after Havre de Grace by the above-mentioned Henry Bazely who was the commander of the English Royal Ship Harpy, he had been consigned on that ship and then, while the sea was very high, his ship had lost sight of the young Elisabeth or lost sight and he continued on the 22nd of the afore mentioned November of the afore mentioned King ship Harpy at Dover was put ashore, as all of this appears to be circumstantial in a statement made by him on the twenty-first of November before Phineas Kennet's notary and in the city and harbour of Dover in the county of Kent and witnesses passed and on 25th ditto for James Gravener a master extraordinaire in his Majesty's High court of Cancelary.
He inquires at Dover ,for he has not heard anything or in any other place whatsoever of the ship he sailed, the young Elisabeth, of the cargo reported here before, but that he was subsequently informed of the arrival of a landing in Noordwijk aan Zee. on the beach ,was driven or washed ashore rand furthermore salvaged a part of a sail  ​​a bomschip, besides a percussion, that he  has examined two pieces and has recognized and found them, that (gijk and slaggaarde )belonged to the afore mentioned ship carried by him ,the young Elisabeth, and that he, in a good faith, sincerely believes in it, and that he keeps the ship, the young Elisabeth with that cargo at the time that he was on board ,the before reported ship Harpy, he had lost from his sight, died and lost total. 
Compared also for our secretary and aldermen MaartenKruijt, master ship carpenter living in Noordwijk aan Zee and Jan de Booy, mastersman living in Noordwijk , our secretary and aldermen, who explained to the requisition ,of all the ones who would have to be the only ones ;to be true and true about us It was found during examinations that the part stranded at Noordwijk aan Zee was the one he. had made second depositor in quality as a ship carpenter, and I deposited third depositor in quality as a smith for the bombship named the young Elisabeth in the year 1796 (deleted: before Bouwmans and son in Grefzeijl in Prussia). Recognized the length and weight of them and the attachment for the same laying. Being prepared to fill the deposited depositor, each standing in his here with solemn oath
Signed by:
H = mark of Hendrik Vlieland. (stroke = dipstick)
Fuijt van Leeuwen Maarten Kruijt Jan de Booy Jan Hoekman Aalbert from Noord G.A. Entink, secretary


Date August 20, 1798 January standing before me Jan Gerard Crameris, secretary and Jan Hoekman and Job van der Weijden, sheriffs of both Northern Districts, and Langeveld Offem: Marijtje Arrishoek, wife of Hendrik Vlieland, Annetje van Duin, wife of Zacharias de Jong, Aaltje Dirkx van Duin, wife of Dirk Pietersz. Balkenende, residing on the first and third in Noordwijk aan Zee and the second to Catwijk aan Zee, which claimed the benefit of all whom this would by no allowed to enter and serve each other when necessary and that her sons in quality as the first captain and her son Aldert Vlieland and the two men also his companions on "de jonge Elisabeth", which was reported last seen in the month of October or beginning of the month November 1797 in Rotterdam and that the English King Ship according to testimony of the first witness husband was Hendrik Vlieland taken deposantes and her first husband was repatriated and all the other men were gone and never heard off. So that they true and also truly believe it to be on the grounds that they ,witnesses to this day and the best of knowledge of life or residence of their men and son .Despite all efforts and searches that have been obtained.
Being witnesses they are prepared to swear an oath to confirm.


will be continued

Sunday 10 February 2019

Hendrik Vlieland in 1798

Schipper H. Vlieland van Rotterdam naar Haver de Grace , is dewyl hy door een Kaper gejaagd wierd te Boulogne binnengevlugt, doch is daar na door een andere kaper genomen en vervolgens totaal verongelukt.


Master H.Vlieland from Rotterdam to Havre le Grace , is while he was hunted by a privateer,fled to Boulogne but was captured there by another privateer and totally foundered.


Utrechtsche courant
29-01-1798
more information in an older post wich we copy


Hendrik Aldertszoon Vlieland

Hendrik Aldertszoon Vlieland was born 28-01-1748 Noordwijk Holland.
He is the son of Aldert Vlieland and Maartje Langeveld.
Married to Marijtje Arrishoek. and they had two children Aldert named after his father and Cornelis after her father .

To avoid the wars between French and England he was a burgher of Prussia and subject of the count of Knipshausen.
He was in 1797 with his ship "de jonge Elisabeth "on a journey from Rotterdam to Havre de Grace when he was captured by the a Kingsship "the Harpy" Master Henry Bazely, esquire.
He was brought to the ship and because of the big waves, lost sight of his ship.
he was landed in Dover and went straight to Phineas Kennets to report what had happened.
Later he learned that parts of his ship where beached in Noordwijk and the parts were recognised by him as well as by Maarten Kruijt mayor of Noordwijk and by Jan de Booy blacksmith.
The crew however was lost and never heard of since .His son Aldert(18)among them.
The wifes and mothers of the lost crewmembers made a declaration in Noordwijk about the loss of the "jonge Elisabeth"
Date August 20, 1798 January standing before me Jan Gerard Crameris, secretary and Jan Hoekman and Job van der Weijden, sheriffs of both Northern Districts, and Langeveld Offem: Marijtje Arrishoek, wife of Hendrik Vlieland, Annetje van Duin, wife of Zacharias de Jong, Aaltje Dirkx van Duin, wife of Dirk Pietersz. Balkenende, residing on the first and third in Noordwijk aan Zee and the second to Catwijk aan Zee, which claimed the benefit of all whom this would by no allowed to enter and serve each other when necessary and that her sons in quality as the first captain and her son Aldert Vlieland and the two men also his companions on "de jonge Elisabeth", which was reported last seen in the month of October or beginning of the month November 1797 in Rotterdam and that the English King Ship according to testimony of the first witness husband was Hendrik Vlieland taken deposantes and her first husband was repatriated and all the other men were gone and never heard off. So that they true and also truly believe it to be on the grounds that they witnesses to this day and the best of knowledge of life or residence of their men and son .Despite all efforts and searches that have been obtained.
Being witnesses they are prepared to swear an oath to confirm.
In 1804 he has another ship "den Aufwaerter" which he likes to lie in shelter from enemy ships in Katwijk innerharbour.
The whole story (translated by google)is below.
The Town Board of the two northern districts, and Langeveld Offem to the Council of the Navy of the Batavian Republic Citizens
Immediately after the reception of your Circular of the December 30 1.1. We summoned the Accountants in Noordwijk aan Zee and informed them of the charge contained in Circular reported, which is to comply within the stipulated time then, since we are informed that of the four barges in sending our letter of the December 9 1.1. still located in the Schuitengat, since three of which the one named de jonge Elisabeth, before having belonged to Arie van der Schoneveld and envisages three years belonging to Frederick Jongbloed to Papenburg and conducted by Pieter Vink, one called the jonge Johannis having belonged to Jan Gijze Zonneveld belonging to three years Johannis Nieuwenhoven to Embden and conducted by Thomas Vink called the Mary, having belonged to Jan Gijzen Zonneveld, since three years owned Hille Bouwerman and Son Construction Embden and conducted by Jan Moeijenkind if meantime gone to Rotterdam. The bet. Claas Waasdorp, owner of the remaining one boat called the jonge Pieter master Jan Kaak, invites us to want them in your favor to ask this barge as deeply as possible and at the end of the Schuitengat located, since at this point so she and the other co-owners claimed was out of sight of the enemy, then the boats at Scheveningen and Catwijk, at the point where it lies now lies to stay put. We the Bookkeeper can not refuse this request to barge into the Schuitengat to leave again for you to carry, especially since it raised it so. Furthermore, we had tidings that some days ago, arrived at our beach and in the Schuitengat has settled a bomschuit called the Aufwaerdter, to which is skipper and owner Henrik Vlieland now resident and citizen of the Earl of Knipshausen under Act of 1803 dated 5 July, as shown to us even today on the beach is now a new bomschuit carpentry and finished within few days by the shipwright M.Kruijt for the account of Fa to Papenburq Jongbloed, and us with you to inquire whether these two boats are not allowed to leave there. Again, is intended to satisfy your gem. Circular that the name of the boat which according to our letter of the December 9 1.1. ready gone, and the jonge Arie was saled in Dordrecht on behalf of the French Government, and that the precise dato of transitions of this property of the shipowner said barges were forgotten
Members of the Town Board
(signed) Cramerus Noordwijk January 4, 1804.

Advertentie Rotterdamse courant 05-04-1803we find Jeroen and Hendrik Vlieland in the same advertisment
Naar TOPSHAM, Kaptein Jeroen Vlieland, met het Bomschip de Post van Topsham. Naar HAVRE en CAAN, Kaptein Hendrik Vlieland, met hét Bomsbhip de Jonge Elizabeth. Naar BAYONNE .

Wednesday 6 February 2019

Havre le Grace


The economic boom of Le Havre resulted in an increase of its population (18,000 inhabitants in 1787) but also resulted in changes to the port and the city: the installation of a Tobacco Factory in the Saint-François district, the expansion of the shipyards, a new arsenal, and a commodity exchange. During a visit in 1786 Louis XVI approved the project to extend the city and it was François Laurent Lamandé he chose to take on the task of quadrupling the size of the city.
The French Revolutionary Period (1789–1815)Edit





The 18th century Museum of Natural History at Le Havre was previously the Palace of Justice.


Between 1789 and 1793 the port of Le Havre was the second largest in France after that of Nantes. The Triangular trade continued until the war and its abolition. The port remained strategic because of the grain trade (supply of Paris) and its closeness to the British enemy.


The national events of the French Revolution were echoed in Le Havre: delegates for the List of Grievances were elected in March 1789. Popular riots occurred in July and the National Guard was formed some time later. A mayor was elected in 1790, the year of celebration of the Fête de la Fédération. The year 1793 was difficult for France and for Le Havre because of the war, federalist insurrections, and economic stagnation. The religious Terror transformed Notre Dame Cathedral into a Temple of Reason. The city acquired the status of sub-prefecture in the administrative reform of the Year VIII (1799–1800). Under the Empire Napoleon I came to Le Havre and ordered the construction of forts A Chamber of Commerce was founded in 1800 but, because of the war against Britain and the continental blockade, port activity was reduced and activity of pirates increased. The population of Le Havre decreased to 16,231 inhabitants in 1815.