Saturday, 17 March 2018

Jacob Joppe Vink

Jacob Joppe (Jacobse)  Vinck  was born in Noordwijk 10 februari 1771.
His father was Job ( Jacob) Crijne Vink and his mother was Aagtje Dirks Hoogduin.
He died Brugge Belgium 9 April 1832 He was 61 years of age 
  • his baptismcertificate

    He married Maartje Jeroens Vlieland daughter of Jeroen Vlieland
    In 1796 Jerome Vlieland master had to give permission to his daughter Maartje to get married to Jacob Vink.
    Her father is not able to go to Noordwijk but goes to a clerck Beijerman in Rotterdam to give his permission.
    The husband of Maartje is seacaptain and she is housekeeper. 
  • Their family.
  • There last son is born in 1816 Bruges Belgium .The others are born in Noordwijk.
    There is no reason known so far why the family left for Bruges.
    Their whole family is then living in Belgium.
    And the children get Belgium spouses and are settling there.


  •  

  • There is more to tell about Jacob Vink.
    He was captain on the Young Peter (de jonge Pieter) a Pink.
    owned by Pierre and Antoine Sinave .
    With this ship he even sailed to Suriname and Batavia and back .
    It was built in Stettin in 1800 and from then on the ship can be found at Lloyds .
    Several Capitains sail before Jacob Vinck on the young Peter.
    And Jacob sailed on other ships as well and was taken by a French Privateer in 1800.
    In 1816 the family moved from Noordwijk to Bruges.

      • In 1827 the ship was so badly damaged that it had be almost completely rebuild
        Finally the ship was wrecked in 1834 with captain N.Nannings.
        All this information can be found in the historical maritime databank. 
      De plaats van bouwen, Stettin, en het bouwjaar 1800 staan door diverse rapportages in Lloyd’s Register en Bureau Veritas wel vast.
      Op 12 juli 1816 werd een eerste Nederlandse zeebrief verstrekt voor de JEUNE PIERRE, aangevraagd door Sinave Frères, Brugge, voor Jacob Vinck als kapitein.

      Welke de eerste scheepsnaam was en wie tot 1816 de reders waren kon niet worden
      achterhaald.
      Er zijn aanwijzingen dat de pink (door LR als bark aangeduid) in 1812 een aanzienlijke reparatie onderging, mogelijk in Hamburg of in Altona, toentertijd Deens grondgebied. Mogelijk geschiedde die reparatie in opdracht van de Firma Weduwe Frans van Aken & Zonen te Gent. Of zij daarvóór reeds eigenaar waren is onbekend. Het is zeker dat de JONGE PIETER in 1812 korte tijd onder Pruisische vlag heeft gevaren. Kapt. Luytjes, mogelijk Luytje Jansz Luytjes, bracht de JONGE PIETER in augustus 1812 van Londen naar Nantes.
      Daar moet de JEUNE PIERRE zijn gefranciseerd, onder Franse vlag gebracht, waarbij een schijnconstructie werd opgetuigd dat de feitelijke eigenaars, de Firma Weduwe Frans van Aken & Zonen te Gent, het schip hadden verhuurd aan de Firma Bertrand & Faideau te Nantes.
      In 1812-1813 werd het schip gevoerd door kapt. Luytjes, die in 1814 werd opgevolgd door kapitein Jacobson. Ongetwijfeld werd het schip toen teruggebracht onder Nederlandse vlag.
      Waarschijnlijk in 1816 werd de pink aangekocht door Gebrs. Sinave en kreeg het schip Jacob Vinck als kapitein.

      1812

      Voordat de JONGE PIETER in Londen haar lading voor Nantes mocht innemen werd het schip in augustus door Lloyd’s gekeurd.

      ABL 310812
      Nantes, 21 augustus. Van beneden op de rivier zijn ingekomen de driemastschepen de JONGE PIETER, kapt. Luytjens, van Londen, met suiker en koffie geladen, en de VROUW LUCILA, kapt. Langerville, ook van Londen komende, met suiker koffie en indigo; de eerste aan de consignatie van de heeren Bertrand en Feydeau, de andere aan die van den heer Carmichael.

      In het havenregister van Nantes van 21 juni 1812 staat (vrij vertaald) het volgende vermeld:
      Le JEUNE PIERRE, 3 masten, 2 dekken, 279 ton laadvermogen, …. (onleesbaar) buitenslands gebouwd, diepgang beladen 3,87, ledigscheeps 2,27 meter. Toebehorende aan de heren Bertrand en Faydeau, handelend namens de firma Wed. Frans van Aken & Zonen te Gent.
      In een notitie in datzelfde register:
      Op 10 januari (1818) aan de rederij geschreven en om inlichtingen gevraagd.
      Op 9 februari 1818 heeft de Firma Bertrand & Faideau herhaald dat het schip toebehoorde aan de Firma de Weduwe Frans van Aken en Zonen te Gent; dan Frans geworden, en dat dit schip in handen is gebleven van de eigenaar, die het geheel in beheer heeft gehad.
      Boven de notitie staat in een ander handschrift de later aangebrachte zin Loué á l’armateur, gehuurd van de rederij.

      1814

      PLDA 190414
      Advertentie. Rechtstreeks naar Bilbao: het bijzonder mooie en snelzeilende schip JONGE PIETER, kapt. J.P. Jacobsen, 220 ton laadvermogen, liggende aan de Union Stairs.
      Adres voor vracht of passagiers William Barry, beëdigd makelaar, George Street, Great Tower Hill, London.
      (opm: de aanvankelijke bestemming was Bordeaux, later Bilbao; de JONGE PIETER vertrok begin mei)

      1816

      Op 17 mei 1816 werd door Sinave Frères, PIERRE met Jacob Vinck als kapitein. Mogelijk was dit een West-Indische zeebrief, omdat op 12 juli een Nederlandse werd verstrekt. Daarop boden de Gebr. Sinave op 1 juli 1816 hun pinkschip JONGE PIETER, groot 220 lasten, aan bij Zijne Excellentie de Staatsraad Directeur Generaal van Koophandel en de Koloniën voor een reis naar Suriname, voor het gehele schip of voor 1/8e gedeelte. Op 16 juli ontving Sinave wel een certificaat voor Suriname, maar van de offerte zou geen gebruik worden gemaakt. Daarop zal de rederij het schip met ballast, mogelijk met enige lading en misschien een enkele passagier, ‘op avontuur’ naar Suriname hebben afgezonden.
    1817

    OHC 180117
    Te Suriname is gearriveerd J. Vinck (opm: pink JONGE PIETER), van Ostende.
    OHC 270517
    Amsterdam, 26 mei. Den 25 dezer is in Texel binnengekomen J. Vink (opm: pink JONGE PIETER, thuishaven Brugge), van Suriname.

    Op 27 juli 1817 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de JEUNE PIERRE, aangevraagd door Sinave Frères, Brugge, voor Jacob Vinck als kapitein.

    1818

    Rapport inspecteur Goldberg
    Nota der thans in lading aangeslagen, en naar de onderscheidenen Koloniën van den Staat gedestineerde schepen over de maanden januari, februari (onleesbaar) van maart 1818.
    Naar Suriname: JONGE PIETER
    Kapitein Jacob Vinck.
    Rederij: Niet genoemd. (Sinave)
    Cargadoors: Zurmuhlen, Zwaneburg & Bovy.
    Te Amsterdam
    Note des Navires appartenants au Port de Bruges.
    Sinave Frères
    LE JEUNE PIERRE, 425 tonnen, kapt. Jacob Vinck.
    (opm: bekort)

    LCO 200418
    Amsterdam, 16 april. Uitgezeild J. Vinck (opm: pink JONGE PIETER) en A.C. Hazewinkel, beide naar Liverpool.
    LCO 110618
    Te Ostende zijn gearriveerd Nannings (opm: kapt. Adriaan Nannings, TRITON) en J. Vinck (opm: JONGE PIETER) van Liverpool.

    1819


    GHC 170919
    Brugge, 14 september. Sedert enige dagen ziet men hier ene menigte schepen binnen onze haven aankomen, waarvan men geen denkbeeld gezien heeft sedert den Amerikaanse oorlog, waaronder enige voor rekening van de heeren broeders Synave (opm: Sinave), De Lescluze en zoon, Saney, Moke, Craene, Belpaire, en een groot gedeelte voor rekening of aan de consignatie van Mr. De Baere, nieuw koophandelhuis, dat zich alhier kortelings geplaatst heeft; dit geeft een levendig uitzicht en trekt veel wandelaars langs den kant waar die liggen, om de werkzaamheden van het lossen na te zien. Het schip de DIANA, zal in 't kort gereed zijn om ene tweede reis naar Batavia aan te nemen, en men verzekert dat het schip de JONGE PIETER daarna zal opgetakeld (opm: de tuigage gereed gemaakt) worden, waarna men met de HARMONIE ook enen aanvang zal nemen om op te timmeren en op Batavia te varen; dus met de ZELIMA, die zich thans te Batavia moet bevinden of reeds op de terugreis is, ene ongemene uitrusting van vier Oost-lndiënvaarders zal uitmaken voor rekening van de achtingswaardige heeren broeders Synave. Men verwacht met genoegen het pink-schip LA JEUNE ANNETTE, kapitein van den Broeke, van Batavia, aan de heren de Lescluze en Zoon, welk reeds te Ostende binnen gekomen is.

    1820

    Om onverklaarbare reden ontbreken de Turkse Passen (1820, 1822, 1824) en de vereiste zeebrieven vanaf 1819 tot 1826.

    RC 160920
    Londen, 12 september. Den 1 augustus is gepraaid het schip YOUNG PETER, Bruges (opm: pink JONGE PIETER, thuishaven Brugge, kapt. Jacob Vinck), van Ostende naar Batavia; hebbende 35 dagen reis.
    BC 251120
    Batavia, aangekomen den 20 november de JONGE PIETER, kapt. J. Vinck, van Brugge den 28 juni.
    Schepen liggende ter rede van Batavia: Zr.Ms. schip TROMP, kanonneerboot No. 2.
    Schepen (opm: driemasters) CHRISTINA BERNARDINA, CONCORDIA, ELIZABETH JOHANNA, HET SCHOON VERBOND, JACOBA, ANTOINETTA JACOBA, ELIZABETH, GRAAF BULOW, L’ÉCLAIR, JAVA, DE GEZUSTERS, WILHEMINA, ARIUS MARINUS, EMERENTIA, PAMALANG, JOHANNA FREDERIKA, JADUL KARIM, GENERAAL DEKOCK, CONCORDIA, HABSOEN, PEKIN, JACOBA, MASTORA, JONGE PIETER.

    1821

    BC 030221
    Advertentie: Postkantoor te Samarang. Wordt bij deze aan het publiek bekend gemaakt, dat de volgende schepen en mindere vaartuigen in lading om naar Europa en naar havens in Indië te vertrekken (opm: bekort):
    Naar Nederland het Nederlands schip (opm: pink) JONGE PIETER, kapt. J. Vinck, vertrek in de loop van februari.
    Samarang, 27 januari 1821.
    De postmeester, H.W. Gezelschap
    RC 210421
    Uittreksel van de Lloydslijst van den 17 april 1821:
    Te Batavia is den 20 november 1820 gearriveerd het schip de JONGE PIETER, kapt. J. Vinck, van Brugge.
    RC 150621
    Uittreksel van de Lloydslijst van den 12 juni 1821:
    Den 5 februari is van Samarang en den 12 dito van Sourabaija gezeild het schip de JONGE PIETER, kapt. J. Vinck, naar Ostende.
    OHC 260721
    Amsterdam, 24 juli. Te Ostende is gearriveerd J. Vinck (opm: JONGE PIETER), van Batavia.
    MCO 151121
    Vlissingen, 13 oktober. Van den 11 dezer tot heden is van onze reede naar zee gezeild: de JONGE PIETER, kapt. J. Vinck, van Ostende naar Batavia gedestineerd, met stukgoederen.
    MCO 221121
    Vlissingen, 20 november. De JONGE PIETER, kapt. J. Vinck, van Ostende, ligt nog alhier ter rede (opm: zie MCO 151121 en 080122).

    1822

    MCO 080122
    Vlissingen, 5 januari. Heden is van onze rede naar Batavia vertrokken de JONGE PIETER (opm: pink), kapt. J. Vinck, van Ostende, met stukgoederen.
    BC 010622
    Batavia. Aangekomen den 30 mei het schip de JONGE PIETER, kapt. Jacob Vinck, van Ostende den 5de januari.
    BC 261022
    Batavia. Vertrokken den 24 oktober het schip de JONGE PIETER, kapt. J. Vinck, naar Brugge.
    BC 021122
    Batavia, 25 oktober. Straat Sunda doorgezeild schip de JONGE PIETER, J. Vinck, van Batavia den 24ste oktober, naar Ostende.

    1823

    RC 060323
    Rotterdam, 5 maart. De 1 dezer is te Antwerpen aangekomen de JONGE PIETER, kapt. J. Vinck, van Batavia.

    1824

    BC 070824
    Batavia. Aangekomen: den 5 augustus de JONGE PIETER, kapt. J. Vinck, van Ostende den 20ste maart, passagiers: de heer Parie en Zr.Ms. troepen.
    BC 140824
    Advertentie. Passage naar Nederland met het snelzeilend schip (opm: pink) de JONGE PIETER, kapitein Jacob Vinck, welke tegen medio september zal zeilen. Adres bij Kruijt en Van Dasten.
    BC 140824
    Advertentie. Passage naar Nederland met het snelzeilend schip (opm: pink) de JONGE PIETER, kapitein Jacob Vinck, welke tegen medio september zal zeilen. Adres bij Kruijt en Van Dasten.
    BC 021024
    Doorgezeild Straat Sunda 29 september: Het schip de JONGE PIETER, kapt. J. Vinck, van Batavia den 27ste september naar Oostende.

    1825

    OHC 190225
    Amsterdam, 17 februari. Te Ostende is gearriveerd het schip (opm: pink) de JONGE PIETER, kapt. J. Vinck, van Batavia.

    1826

    Op 10 januari 1826 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de JONGE PIETER, aangevraagd door A. Sinave, Brugge, voor Jacob Vinck als kapitein.

    1827

    Op 24 december 1827 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de JONGE PIETER, aangevraagd door A. Sinave, Brugge, voor Jacob Vinck als kapitein. De JONGE PIETER moest kort na vertrek uit Oostende terugkeren wegens schade aan de zeilen. Bij het hernieuwde vertrek op 1 februari 1828 bleek kapt. C.W. Hammar kapt. Vinck te zijn opgevolgd terwijl kapt. Vinck op 21 april tijdelijk op de JUNON van dezelfde rederij Sinave de vrijgekomen plaats van kapt Hammar innam.

    1828

    OHC 290128
    Amsterdam, 26 december. Te Ostende terug uit zee gekomen het schip de JONGE PIETER, kapt. J. Vinck, naar Batavia gedestineerd, na zeer zwaar weer uitgestaan en schade aan zeilen bekomen te hebben. (opm: de pink zeilde op 1 februari weer uit, nu onder kapitein C.W. Hammar)
    JC 240728
    Batavia aangekomen den 11de juli het schip de JONGE PIETER, kapt. A. Sinave (opm: kapt. C.W. Hammar, A. Sinave was een van de eigenaars), van Oostende den 8ste februari.
    JC 110928
    Batavia vertrokken den 9 september: De JONGE PIETER (opm: pink), kapt. C.W. Hammar, naar Brugge.

    1829

    RC 100229
    Uittreksel van de Lloydslijsten van den 3 februari:
    Ter hoogte van Portsmouth Hammer (opm: kapt. C.W. Hammar, JONGE PIETER), van Batavia naar Oostende.
    (opm: na lossing in Brugge begin maart 1829 is er geen zeetijding gevonden tot het vertrek in mei 1831).

    1830

    Nadat eind augustus 1830 in Brussel onlusten waren uitgebroken die de inleiding vormden tot de Afscheiding door België werd op 4 oktober eenzijdig de Belgische onafhankelijkheid afgekondigd. In een reactie hierop werden bij K.B. nr. 78 van 28 oktober 1830 de zeebrieven ingetrokken van alle (196) schepen welke in de Zuidelijke Provinciën van het Rijk te huis behoorden. Dat betrof dus ook de JONGE PIETER.

    1831

    Als gevolg van de afscheiding der Zuidelijke Provinciën van Nederland konden de – nu Belgische – schepen niet meer profiteren van de lucratieve voorwaarden van de Nederlandsche Handel-Maatschappij. Alternatief emplooi werd voor de JONGE PIETER gevonden in de zoutvaart van Liverpool op Oostende met bestemming Brugge. Tussen mei 1831 en februari 1832 maakte het schip onder kapt. Hammer vier rondreizen op Liverpool en tot september 1833 onder kapt. N. Nannings nog eens acht.
    Het schip kon uitsluitend onder Nederlandse vlag voor lading van de N.H.M. in aanmerking komen. De rederij was daarom wel genoodzaakt haar zetel naar Nederland te verplaatsen en koos voor Amsterdam. Nadat de verhuizing was voltooid restte nog de keuring van het schip in een Nederlandse haven. Op 10 januari 1834 verliet de JONGE PIETER Brugge onder Belgische vlag, zogenaamd op avontuur, maar wel met de bedoeling de keuring in de nieuwe thuishaven te doen plaatsvinden. Het schip verging echter op 11 januari op de Haaks Gronden, waarbij kapitein Nannings en de opperstuurman verdronken doordat zij weigerden het wrak tijdig te verlaten.

    AH 130831
    Liverpool, 5 augustus. Binnengekomen. JONGE PIETER (opm: Belg, ex-Zuid-Nederlander), kapt. niet vermeld, van Oostende.

    1834

    RC 140134
    Rotterdam, 13 januari. In de nacht van de 11e dezer is in de Gronden van de Haaks vervallen het schip JONGE PIETER, kapt. Nannings, van Ostende naar Amsterdam gedestineerd. De equipage is, behalve de kapitein en stuurman, gered en in het Nieuwe Diep aangebracht.
    (opm: zie ook UCO 270134; van de pink, gebouwd in Stettin in 1800, kapt. N. Nannings, thuishaven Brugge, was in oktober 1830 als gevolg van de Afscheiding der Belgen bij KB de haar Nederlandse zeebrief ingetrokken; nadat de zetel van de rederij naar Amsterdam was verplaatst [zie DC 120434], werd een Nederlandse zeebrief mogelijk, waardoor het schip weer in aanmerking zou komen om lading van de NHM te vervoeren; het schip moest daarvoor eerst onder Belgische vlag naar een Nederlandse haven om [opnieuw] te worden gekeurd, waarbij het reisje naar Amsterdam haar fataal werd)
    LPR 250134
    Men schrijft de 19e januari vanuit Oostende: Een brief, aangekomen uit Antwerpen en gepubliceerd in de beurs te Oostende, kondigde het totale verlies aan, ter hoogte van Texel, van de Belgische driemaster JEUNE PIERRE, kapt. Nannings, toebehorend aan de heer Sinave te Brugge. Het schip heeft onze haven de 10e op avontuur verlaten. De kapitein en de eerste stuurman waren halsstarrig aan boord gebleven en waren ten onder gegaan; de overige bemanning is met een van de boten aan de wal gekomen.
    UCO 270134
    Belgische dagbladen van 24 januari. Het Belgische vaartuig de JONGE PIETER, van 400 tonnen, kapitein Nannings, behorende aan het huis Sinave te Brugge, hetwelk den 10 januari uit Ostende is gezeild, is den 11 dezer op de hoogte van Texel geheel vergaan. De kapitein en de stuurman, die weigerden het vaartuig te verlaten, zijn verdronken doch de andere scheepslieden zijn gered (opm: zie RC 140134).
    DC 120434
    Dordrecht, 11 april. Van de 46 Belgische koopvaardijschepen, die, vanaf de uitbarsting der Belgische revolutie tot op heden, de stad Antwerpen voorgoed hebben verlaten, en thans de Nederlandse vlag voeren, varen deze 14 naar Amsterdam: de FELICITAS, de DILIGENCE, de ROSALIE, de SURINAME, de EUGENIE, de MATHILDE, de AUGUSTIN, de JOSEPH, de PRESIDENT SCHIMMELPENNINCK, de DIANA, de GRAAF BAILLET, de NATALIE, de JONGE PIETER, de STAD BRUGGE. (opm: 32 verkozen Rotterdam als domicilie)


No comments: